Heel vaak lijkt het hier alsof de kleerkast van onze kleine meid leeg is. En altijd zijn het T-shirt of truitjes die lijken te ontbreken. Of dat nu ligt aan mijn stiptheid in was doen (en opvouwen! want zeg nu zelf, iets leukers bestaat er niet) of écht aan een gebrek aan shirts…? Daar kunnen we eeuwig over discussiëren. Mijn hypothese is dat het allemaal de peuter haar schuld is. Die moet maar niet denken dat haar shirt een verf-, voedsel-, krijt-, stiften-, …- kunstwerk moet worden. Misschien denkt ze ook gewoon: Ik wil altijd leuke nieuwe shirts en ik wil dat mama een patroon daarvoor tekent en online gooit. Je merkt het, als moeder begin je spontaan over te stromen van empathie.
Er zijn drie versies van ‘Fons & Sien’:
- shirt met korte mouwen
- shirt met lange mouwen (ook wel trui genoemd)
- jurkje
- Een tof tricot-stofje
Voor de shirt: 40cm (een stofbreedte van 120cm is voldoende)
Voor het jurkje: 70cm of 40cm (als je geen fel fronsend rokdeel hoeft, maar dan heb je wel minstens 140cm stofbreedte nodig) - Naaimachine: overlock of zigzag van de gewone naaimachine
- Tweelingnaald voor de zoom (of zigzagsteek)
- Het ‘Fons & Sien” supersimpel patroon.
- De werkwijze om Fons & Sien in elkaar te zetten.
Klaar?
Go!
Stap 2. Leg de goede kanten van voor- en achterpand op elkaar en naai de schouders aan elkaar. Maak je een shirt met korte mouwen, zet dan nu ook de zijkanten van voor- en achterpand aan elkaar vast en sla stappen 3 en 4 over.
Stap 3. Leg de mouwen met de goede kant op de goede kant van voor- en achterpand. Het midden van de mouw (waar de stofvouw was) komt mooi op de schoudernaad. En uiteraard, naai het ook aan elkaar vast. Ja hoor, beide mouwen.
Stap 4. Leg terug voor- en achterpand op elkaar zodat elke mouw ook toegevouwen is met de goede kant naar binnen. Naai nu in één keer voor- en achterpand aan elkaar en de mouw dicht. Zorg dat telkens de naden waar de mouw aan het voor- en achterpand vastgemaakt werd, mooi op elkaar liggen.
Bijna klaar! Told you, razendsnel!
Stap 5. Naai de strookjes van de halsboord en van de mouwen telkens dicht, goede kanten op elkaar. Plooi ze dubbel met de goede kanten naar buiten.
Stap 6. Halsboord. Markeer het midden van de halsuitsnijding van het voorpand en van het achterpand.
Markeer ook het midden van de halsboord (recht tegenover de naad).
Speld de naad van de halsboord aan het midden van de halsuitsnijding van het achterpand. Speld het midden van de halsboord aan het midden van de halsuitsnijding van het voorpand.
Naai vast. Start in het midden van het achterpand. Je zal tussen het midden van het achterpand en het midden van het voorpand de halsboord lichtjes moeten uitrekken om rondom de hele halsuitsnijding te stikken. Zo zal de kraag mooi vallen. Probeer de stof van het voor- en achterpand zelf niet uit te rekken. Kijk dus hoeveel je je stof moet uitrekken tussen het speldje aan het achterpand en het speldje aan het voorpand.
Stap 7. Naai de mouwboorden vast. Leg hiervoor de naad van de mouwboord mooi op de naad van de mouw.
Stap 8. Overlock of zigzag de onderkant. Of sla deze stap over, want tricot rafelt toch niet, ha!
Stap 9. Speld de zoom 2cm om. Of 3cm, zoals ik gedaan heb, als jouw Fons of Sien niet zo’n groot bovenlijfje heeft.
Omzomen met een tweelingnaald…Misschien enkele relativerende tips die ik gaandeweg, met assistentie van mijn hobbyhop-vriendinnen (naaiclubje klonk niet bruisend genoeg, vandaar hobbyhop), ontdekt heb.
KLAAR!
Ik plooide de boord van de mouw een klein beetje om. Mooi zicht en onze dames hebben iets meer hand vrij om elkaar, de blaadjes, de steentjes en de handen van de papa’s vast te houden.
Moe!? Wij?
Nee hoor!
Toch even komen leunen bij mama.
(Wel een beetje werk, zo’n patroontje. Enkele shirtjes of jurkjes maken als cadeautje of voor je eigen kids, doe gerust. Het patroon gebruiken in lessen/workshops of om shirtjes of jurkjes te maken om te verkopen, is niet toegestaan.)